Het is zo ver, de eerste échte oversteek. Falmouth -> a (of is het la?) Coruña, 3 (?) dagen. We vertrekken ‘s middags uit Falmouth. Ik vind het eigenlijk jammer dat we alweer gaan, ik heb in de weinige tijd die we hier hebben doorgebracht heel veel liefde gekregen voor deze typisch Engelse havenstad in Cornwall. We fantaseren over de terugkomst in de marina nadat we de Atlantische oceaan twee keer over zijn geweest. Dan laten we het bewolkte vaste land achter voor de strak blauw lucht boven het open water.
Het is voor mij toch best wel weer even wennen na de comfort van de haven, om weer op zee in de golven te zijn. Mijn lichaam gaat in soort freeze-modus, als een knaagdier dat doet alsof hij dood is, en het komende uur kan ik niets anders doen dan op de bank liggen. Na een tijdje raak ik weer gewend (voor zover dat kan) aan het rollen in de golven, die we overigens op 2 tot 2,5 meter schatten.
De eerste avond loopt de soep meteen al de pan uit. Letterlijk. Tijdens het koken besluiten we om toch eerst maar de zeilen verder te reven om iets rustiger te kunnen zeilen. We draaien iets meer de wind in en komen hierdoor bijna stil te liggen in de golven. Eén grote golf is genoeg om ons een flinke zet te geven en alle objecten die niet heel zwaar of heel goed vastgeketend zijn maken een sprongetje. Waaronder de Chinese tomatensoep, die zich over de trap en de grond verspreidt. Een wijze les geleerd wat betreft het vastmaken van pannen aan het fornuis.
De zon gaat onder en ik, als de self-proclaimed insomniac van het duo, heb de eerste wacht. Prettig is het niet te noemen. De boot, giek en zeil kraken en piepen aan alle kanten en met elke rol naar links of rechts schuift alles (behalve het fruit en groente die in zelfgemaakte hangmatten slingeren) heen en weer met enorm lawaai. Maar ook daar is aan te wennen, Ronald slaapt er dwars doorheen.
Dan wordt de wacht spannend. Op de AIS, die eerder zo leeg leek, duiken opeens een aantal schepen op. Ze lijken wel heel dichtbij te komen! Met de AIS-tool kun je zien welke koers een schip vaart en met welke snelheid. En of ze voor of achter ons langs gaan. Eén van de boten, Navigator Triton, heeft een ramkoers met onze boot. Met onze huidige koers zou hij over een uur binnen 1000 ft van ons komen. ‘Too close for comfort,’ zo zegt Ronald, die ik met een serieuze toon had wakker gemaakt, gebogen over de iPad als een echte zeevaarder over een kaart. De boten zijn echter toch minder dichtbij dan ik dacht realiseer ik me, na een verheldering over de letters ‘nm’ die dus staan voor ‘nautical miles’ en niet ‘nanomijl.’
Het probleem is, ietwat anticlimactisch, zo verholpen door even de koers te verzetten, wat enkel resulteert in een gek stukje op onze kaart. Hierna hervatten we de wacht.